Adviezen als u 1 keer per dag insuline gebruikt (2024)

Het streven van de bloedsuiker 1.5 uur na de maaltijden is onder de 10 mmol/l.

Een lage bloedsuikerwaarde (hypoglycaemie) is een waarde lager dan 3.5 mmol/l.

Wat u moet doen bij een lage bloedsuikerwaarde

Bloedsuiker lager dan 4 mmol/l vlak voor een maaltijd:

• 3.5-4.0 mmol/l = geen dextro maar wel direct gaan eten
• 3.4-3.0 mmol/l = 3 Dextro of 20 ml ranja
• Lager dan 3.0 mmol/l = 6 Dextro of 40 ml ranja

Na 20 minuten bloedsuiker meten. Is deze nog steeds lager dan 4 mmol/l dan nogmaals hypo opvangen.

Wanneer bloedsuiker hoger is dan 4 mmol /l dan de hoeveelheid insuline berekenen en pas ná de maaltijd spuiten.

Bloedsuiker lager dan 4.0 mmol/l op andere tijden:

Hypo opvangen volgens hypoprotocol, dat wil zeggen:

• 6 Dextro tabletten of 40 ml ranja.

Na 20 minuten bloedsuiker meten. Is deze nog steeds lager dan 4 mmol/l dan nogmaals hypo opvangen.

Wanneer de bloedsuiker hoger dan 4 mmol/l is:

• Als de volgende maaltijd binnen 2 uur plaatsvindt = geen actie
• Alsde volgende maaltijd na meer dan 2 uur is, dan 15 gram langzame koolhydraten nemen in de vorm van : een snee brood met bijvoorbeeld vlees of kaas óf een snee ontbijtkoek, óf een portie fruit óf een kommetje vla.

Een hoge bloedsuikerwaarde (hyperglycemie) betekent een te hoge bloedsuiker.

Wat u moet doen bij een hoge bloedsuikerwaarde

Bij matige hyperglycemie:

Bij middelmatige hyperglycemie:
2 glazen water extra drinken, ga niet extra bewegen. Beweging kan de bloedsuiker laten stijgen als hij al boven 15 mmol/l is. Als er sprake is van een insulinetekort, kunnen de spieren te weinig suiker krijgen.
Probeer ook altijd de oorzaak van de hoge bloedsuiker te achterhalen. Na ongeveer 2 uur opnieuw de bloedsuiker bepalen om te kijken of het al gedaald is.

Bij ernstige hyperglycemie met klachten zoals misselijkheid, braken, benauwdheid:

Probeer altijd de oorzaak van de hoge bloedsuiker te achterhalen. 2 glazen water extra drinken en rusten. Na 1 uur opnieuw de bloedsuiker bepalen. Bij meer klachten en hogere bloedsuikerwaarden contact opnemen met de arts of diabetesverpleegkundige.
Als je kortwerkende insuline in huis hebt kun je bij hoge bloedsuikers extra bijspuiten. Vraag hierover advies aan jouw diabetesverpleegkundige.

• Stop nooit uw tabletten of insuline. Ziekte zorgt voor stresshormonen in uw lichaam. Stresshormonen werken de insuline tegen en laat de bloedsuiker oplopen
• Meet bij ziekte minstens 4 keer daags jouw bloedsuiker.
• Eet zo normaal mogelijk, vervang maaltijden zo nodig door zoete dranken of fruit en drink voldoende helder vocht (water, thee, bouillon).
• Pas zo nodig de insuline-dosis aan bij te hoge bloedsuiker-waarden, in overleg met de diabetesverpleegkundige.
• Neem contact op met de arts of diabetesverpleegkundige bij:

• • braken en /of diarree.
  • hoog blijvende of hoger wordende bloedsuikerwaarden
  • onvoldoende verbetering van uw conditie.
  • als u ongerust bent en behoefte heeft aan advies.

Alcohol werkt bloedsuiker ontregelend. Zowel verhogend als verlagend, dit ligt aan het soort drank.

Als u alcoholische dranken gebruikt die geen koolhydraten bevatten (zoals droge wijn of sherry, jonge jenever, cognac, wodka) houd dan de bloedsuiker in de gaten. Ze geven geen verhoging, maar pas na enkele uren wel een bloedsuiker verlaging.

Controleer zo nodig de bloedsuiker, in ieder geval voor het slapen gaan.

Bier bevat zowel koolhydraten als alcohol. Het geeft daardoor een bloedsuiker stijging en na een aantal uren een bloedsuiker daling

Wees zuinig in het gebruik van alcohol en meet regelmatig de bloedsuiker.

Algemeen advies:
bloedsuiker meten = weten
braken/ misselijkheid + glucose boven 15 mmol/l = bellen met de diabetesverpleegkundige.

• veilige bloedsuiker voor de nacht is tussen 6 en 8 mmol/l.

• bloedsuikerlager dan 4 mmol/l: 2 tabletten druivensuiker + 15 gram koolhydraten ( een snee brood met bijvoorbeeld vlees of kaas óf een snee ontbijtkoek, óf een portie fruit óf een kommetje vla )
• bloedsuiker tussen 4 – 6 mmol/l: 15 gram koolhydraten ( een snee brood met bijvoorbeeld vlees of kaas óf een snee ontbijtkoek, óf een portie fruit óf een kommetje vla )